woensdag 11 december 2013

Leesverslag bij stromingsboeken 1950-1980: De donkere kamer van Damokles, Willem Frederik Hermans

Algemene informatie

a.      De standaardtitelbeschrijving:
-          Auteur en titel: Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles
-          plaats van uitgave:Pössneck
-          Jaar van uitgave: 2012
-          Druk (jaar van eerste uitgave): 1958
-          Aantal pagina’s: 319
c.       Het genre:
Het genre van De donkere kamer van Damokles is een psychologische roman en tegelijkertijd ook een oorlogsroman (aangezien het zich afspeelt ten tijde van de oorlog).
d.      Een korte samenvatting:
Als Henri Osewoudt aan het begin van de Tweede Wereldoorlog een man ontmoet die sprekend op hem lijkt, gaat zijn leven veranderen. De man, Dorbeck, was eerst een officier in het leger, maar werkt nu voor het verzet. Ze raken min of meer bevriend, en Dorbeck vraagt Henri een aantal keer of hij hem wil helpen met een klus. Zo raakt Henri ook verzeild in het verzet. Op een gegeven moment wordt hij opgepakt en verhoord door de Duitsers, maar hij zegt niets. Hij wordt uit het ziekenhuis bevrijd en gaat naar oude vrienden. Die avond wordt hij weer opgepakt en zit tot ongeveer een week voor de bevrijding vast. Dan wordt hij weer bevrijd en vlucht naar beneden de rivieren, waar het land al bevrijd is. Als hij bij een kazerne komt, wordt hij weer opgepakt, maar nu door de Engelsen. Hij wordt gezien als een landverrader, en men verdenkt hem ervan een spion te zijn voor de Duitsers. In de gevangenis probeert hij nog contact te houden met zijn joodse vriendin, die in een kibboets zit, maar dat lukt niet. Aan het eind van het boek sterft Henri in een gevangenis.[1]
Specifieke opdracht: verwerkingsvragen

  1. Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming. Wees zo volledig mogelijk.
Hermans, en zeker ook De donkere kamer van Damokles, kan lastig bij een naoorlogse stroming worden ingedeeld. Een aantal andere stromingen komen wel in het boek terug en zijn werken in het algemeen terug.

    1. Ten eerste sluit Hermans thematiek goed aan bij de Romantiek, het er namelijk sprake van het zogenaamde ‘waarheidsprobleem’: wat is de waarheid, is er wel een waarheid?.
    2. Daarnaast zijn er mensen die van mening zijn dat De donkere kamer van Damokles onder het existentialisme valt. Kenmerken van die stroming zijn onder andere:

-          Omdat de existentie vooraf gaat aan de essentie (Sartre), moet je zelf ‘iets van je leven maken’. Dus ieder individueel persoon moet zelf zin geven aan het leven. En als je dat doet en met ‘vrije wil’ je keuzes maakt, dan besta (existeer) je pas als authentiek, echt persoon ('être-pour-soi'). à Oftewel: je hebt het leven zelf in de hand.
-          ‘In situaties van angst, meer in het bijzonder bij een existentiële crisis, biedt de rede geen uitkomst. Het komt aan op een proces van betekenis geven en van daaruit je keuzes durven maken.’ à Tijdens heftige situaties gaat men zichzelf vragen stellen die niet beantwoord kunnen worden door de rede, maar alleen door de subjectieve ik-persoon.
-          Het individu is het middelpunt à egocentrisme

    1. Tot slot wordt de Donkere Kamer van Damokles ook wel gelinkt aan het ‘ontluisterend proza’: ‘Het ontluisterend proza kenmerkt zich door een antiheld als hoofdpersoon; deze antiheld is amoreel, anti-intellectualistisch en areligieus, hij kent geen idealen. Er ligt nadruk op lichamelijkheid, die negatief en onesthetisch naar voren komt. Ook worden morele, seksuele en religieuze taboes doorbroken.’

  1. Licht de kenmerken die je bij a. genoemd hebt toe met voorbeelden uit de tekst, situaties uit de tekst, fragmenten of citaten.

    1. Als uitleg bij De donkere kamer van Damokles in verband met het ‘waarheidsprobleem’ hierbij een passend citaat (dus niet een citaat uit het boek zelf, maar een citaat van een bron, zie voetnoot):
‘Tenslotte kan De donkere kamer gelezen worden als de verbeelding van een filosofische idee, de onkenbaarheidsthese. Er is geen waarheid, zelfs geen werkelijkheid. Je beleeft alleen wat je zelf beleeft. Het maakt niet uit of die beleving berust op feiten of op hallucinaties. De vraag of Dorbeck bestaat, is onbeantwoordbaar en niet meer van belang.’[2]
Dit is de precieze rede voor het feit dat er sprake is van het ‘waarheidsprobleem’ wat ook weer aansluit bij de Romantiek.

    1. Hieronder volgen de redenen om De donkere kamer van Damokles onder de stroming het existentialisme te laten vallen:

1.      Allereerst vindt Ossewoudt zichzelf een nietsnut, een kneus. In de loop van het boek echter verandert hij, hij begint in te zijn dat hij zin kan geven aan het leven, geïnspireerd door Dorbeck. Hij begint in te zien dat hij het leven zelf in de hand heeft.

2.      De heftige situatie is natuurlijk betreffende dit boek de oorlog. Door deze extreme situatie gaat Ossewoudt zich vragen stellen en durft ook keuzes te maken. Osewoudt kreeg op een gegeven moment de keus om de Duitsers te helpen. Als hij dat zou doen zou hij zijn geliefde vrijheid geven en kans krijgen op een betere toekomst. Als hij niet zou helpen zou hij kiezen voor zijn vaderland, met de consequentie dat zijn geliefde naar het concentratie kamp zou gaan. Uiteindelijk maakte hij de subjectieve keuze om te kiezen voor zijn geliefde (op basis van gevoel kiezen), en hielp hij de Duitsers dus mee.

3.      Als er iets is dat Osewoudt is, dan is het wel een antiheld. Hij is totaal niet intellectueel. Ook is hij niet religieus (blijkt als hij in de ziekenzaal is en zegt dat bekering een middel van schijnheiligheid is om jezelf mee te redden). Lichamelijkheid is ook iets dat veel terug komt in De donkere kamer van Damokles: hij is goed in judo en ook erg lelijk.   

  1. Leg uit welke mate het door jou gekozen boek een exponent is van de betreffende stroming.
Aangezien het boek dus niet echt tot één specifieke stroming toegeschreven kan worden, is het lastig om te zeggen of het een exponent is van de ‘betreffende stroming’, er zijn namelijk drie betreffende stromingen die allen op een gematigde wijze terugkomen in De donkere kamer van Damokles. Geen van de stromingen is overheersend, dus in principe is het boek geen echt exponent van de stromingen. Om exponent te zijn van een bepaalde stroming, moet de stroming wel in redelijk overheersende mate vertegenwoordigt worden, naar mijn idee. Aangezien daar geen sprake van is, is het boek ook geen echt exponent van één van de drie stromingen.  


Bronnen:

-          www.samenvattingen.nl  

2 opmerkingen:

  1. Beste Sara,

    Allereerst wil ik zeggen dat je een goed verslag hebt gemaakt. Het ziet er erg netjes en verzorgd uit. Het is overzichtelijk, duidelijk en niet te lang. Je hebt alles netjes stap voor stap behandeld. Op het eerste gezicht zeker een prachtig verslag!

    Je ‘algemene informatie’ is keurig volgens het boekje, daar heb ik bijna niks op aan te merken.
    De korte samenvatting vond ik eigenlijk te kort. Ik vind het altijd wel fijn als de samenvatting wat langer is, omdat je dan een beter idee krijgt bij het boek. Omdat de samenvatting zo kort is en waarschijnlijk alleen de echt belangrijke gebeurtenissen erin staan, lijkt het voor mij in ieder geval alsof de hoofdpersoon het hele boek door telkens wordt opgepakt, om daarna te ontsnappen of vrijgelaten te worden. Misschien is dit ook wel echt het geval, maar probeer de volgende keer dan óf af en toe een synoniem van ‘oppakken’ te gebruiken óf ook wat minder belangrijke dingen in de samenvatting te verwerken, zodat het lijkt alsof er wel wat meer gebeurt in het boek.

    Op het onderdeel ‘specifieke opdracht’ heb ik inhoudelijk niks aan te merken. Zoals we van je gewend zijn ga je overzichtelijk te werk, dus alle kenmerken zijn makkelijk te vinden. Wat het waarschijnlijk wel lastig voor je maakte is dat het onduidelijk is tot welke stroming je boek gerekend mag worden, maar je hebt dat goed opgelost door gewoon alle mogelijkheden even te benoemen.

    Het toelichten van de kenmerken per stroming is je ook prima afgegaan. Je hebt per mogelijke stroming goede voorbeelden en argumenten gegeven. Het enige wat misschien nog verbeterd moet worden, is dat je wel drie verschillende mogelijke stromingen noemt, maar er bij de uitwerking op het eerste gezicht maar twee behandeld. Je derde reden bij de uitleg over het existentialisme is eigenlijk een argument voor de derde mogelijke stroming, ‘het ontluisterend proza’. Misschien dat je dit dus nog wilt veranderen, omdat het nu niet allemaal in de juiste volgorde staat.

    Zoals normaal is in elk verslag, zijn er wel een paar kleine puntjes die niet helemaal correct zijn.

    Bij ‘Algemene informatie’ maak je een keurige opsomming van de punten die je daar moest behandelen. Ik heb echter geleerd dat er ook een ‘b’ in het alfabet zit en die sla je over.

    “Dan wordt hij weer bevrijd en vlucht naar beneden de rivieren, waar het land al bevrijd is.” Ik denk dat je na ‘vlucht’ nog een keer ‘hij’ moet plaatsen.

    “Een aantal andere stromingen komen wel in het boek terug en zijn werken in het algemeen terug.” Hier heb je twee keer het woordje ‘terug’ gebruikt, maar één keer was hier voldoende geweest.

    “, het er namelijk sprake van…” Dit moet iets zijn van: “, er is namelijk sprake van…”

    “Als uitleg bij De donkere kamer van Damokles in verband met het ‘waarheidsprobleem’ hierbij een passend citaat:” Het woordje ‘hierbij’ kan hier niet alleen staan, daar had je een komma voor moeten zetten of het woordje ‘is’.

    “Door deze extreme situatie gaat Ossewoudt zich vragen stellen en durft ook keuzes te maken.” Na ‘durft’ moet je het onderwerp herhalen in de vorm van ‘hij’, want nu loopt het niet lekker.

    “Aangezien het boek dus niet echt tot één specifieke stroming toegeschreven kan worden, is het lastig om te zeggen of het een exponent is van de ‘betreffende stroming’, er zijn namelijk drie betreffende stromingen die allen op een gematigde wijze terugkomen in De donkere kamer van Damokles.” Deze zin heb je te lang gemaakt. Bij ‘er zijn’ was er een keurig moment om een nieuwe zin te beginnen.

    Ik denk dat we toch wel kunnen concluderen dat je een prima verslag hebt gemaakt. De informatie is netjes weergegeven en alles is goed te overzien. Ondanks een paar kleine dingen zijn er geen grote fouten in je verslag te vinden. Ik vind dat je goed werk geleverd hebt en ik wens je succes bij je volgende verslag.

    Jannick

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Sara,

    Ten eerste wil ik zeggen dat je verslag er zeer netjes uitziet. Zoals ik in de vorige reacties ook al vermeld heb, vind ik je schrijfstijl erg prettig om te lezen. Een goede schrijfstijl brengt een verslag gelijk naar een hoger niveau.

    Helaas heb ik wel een paar spel- en formuleringsfouten gevonden. Dit was echter een gering aantal en daarom ga ik daar nu ook niet op in. In een verslag gaat het immers niet om de kleine spelfouten, maar om de inhoud en diepgang van je verslag.

    Op sommige punten heb je zaken zeer duidelijk besproken. De passage over de existentie en essentie van Sartre heb je duidelijk uiteengezet. Nu heb ik filosofie en was dit makkelijk te begrijpen, toch denk ik dat leken op dit gebied het ook goed begrepen hadden. Hetzelfde geld voor de passage over het 'ontluisterend proza', dit heb je ook duidelijk uiteengezet.

    Over een aantal zaken, had ik liever iets uitgebreider gezien. Om te beginnen je samenvatting, deze was erg kort. Hierdoor vond ik het erg lastig om een goed beeld te vormen van het boek. Dit maakte het begrijpen van de rest van je verslag wat lastiger. Ik adviseer je dan ook echt om deze uit te breiden.

    Ook begin je in de eerste alinea onder het kopje 'Noteer puntsgewijs de kenmerken van je stroming' over de Romantiek. Als reden geef je dat er sprake is van het 'waarheidsprobleem' en dat het daarom past in de Romantiek. Ik kan alleen niet de link leggen met het 'waarheidsprobleem' en de Romantiek. Naar mijn weten gaat de Romantiek over verlangen naar het verleden, natuur, exotische gebieden en werd er veel waarde gehecht aan de fantasie. Dit zijn een aantal kenmerken van de Romantiek, hoe dit echter verbonden kan worden met het 'waarheidsprobleem' is voor mij een raadsel.

    Daarbij raad ik je aan om de volgende keer je bronvermelding anders te maken. Zoals je weet is er het bij de foutnoten niet genoeg om alleen maar de url te plaatsen, er moet extra informatie bij. Wanneer dit vergeten wordt, is je bronvermelding ongeldig. Het vergeten van dergelijke informatie maakt je verslag onbetrouwbaarder. Ik raad je aan hier de volgende keer aan te denken.

    Om te concluderen, wil ik benadrukken dat je een goed en duidelijk verslag hebt geschreven. Het was goed te volgen en lastige zaken zoals de existentie en essentie van Sartre heb je duidelijk uitgelegd. Ga met dit pad door en doe ik iets met de opmerkingen die ik hier boven geplaatst heb, dan ben ik ervan overtuigd dat je volgende verslag nog beter wordt.

    Groetjes,

    Lisan

    BeantwoordenVerwijderen