Algemene informatie:
Auteur:
|
Imme Dros
|
Titel:
|
Odysseus: een
man van verhalen
|
Uitgever
|
Querido’s
Uitgeverij B.V.
|
Plaats van uitgave
|
Amsterdam
|
Jaar van uitgave
|
1994
|
Druk
|
1994
|
Genre
|
Reisverhalen
|
Korte samenvatting boek
|
Toen Odysseus, koning van Ithaka, tegen Troje ten strijde trok, was
zijn enige zoon, Telemachos, nog een baby. De jongen groeide op met een vader
die alleen uit verhalen bestond: een man van duizend listen, die de poorten
van Troje voor de verzamelde Griekse vorsten wist te openen door de valstrik
met het houten paard... Tien jaar heeft die oorlog geduurd, en nog eens tien
jaar heeft Ithaka op de terugkeer van zijn vorst moeten wachten.
Ook voor de goden is Odysseus een man van verhalen: zij vermaken zich met zijn omzwervingen na de val van Troje. Hoog op de Olympos horen zij hoe hij de Kykloop verslaat, hoe hij vastgebonden aan de scheepsmast de verlokkingen van de Sirenen weerstaat, hoe hij een aantal jaren door een verliefde Kalypso wordt vastgehouden... Bijna twintig jaar duurt het dus voor Odysseus eindelijk thuiskomt van zijn toch naar Troje en zijn daaropvolgende omzwervingen. Bijna twintig jaar duurt het ook voor Telemachos zich vermant en de kracht en de moed heeft zich te verzetten tegen de machtsbeluste vrijers van zijn moeder. En dat wordt tijd ook: zijn positie van kroonprins met een vader wiens troon nu al een half mensenleven leegstaat wordt steeds onwerkelijker. |
Imme Dros: een vrouw
van verhalen
Door: Sara Visser
Kinderboekenschrijfster
Emmy Theodora (Imme) Dros heeft al vele literaire prijzen gewonnen met haar
boeken en staat bekend om haar herschrijvingen van de vele Griekse mythen,
waarmee ze de verhalen uit de Oudheid toegankelijk maakt voor de jeugd. Dros
werd geboren op Texel (Oudeschild) op 26 september 1936, als oudste van zes
kinderen. Op Texel groeide ze vervolgens ook op. Ze ging er naar de lagere
school en maakte daar dus ook daar de oorlog mee. Daarna ging ze iedere dag
naar de kweekschool in Den Helder, met de boot. Ze stapte echter al snel over
naar de vierde klas van het gymnasium. Na een jaar werken in Engeland begon ze
in 1958 aan de studie Nederlands in Amsterdam. In1963 huwde ze met Harrie
Geelen, daarmee kreeg ze drie kinderen. Haar man, Geelen, heeft een aantal van haar boeken geïllustreerd en
werkt nog vaak samen met Dros aan onder andere prentenboeken.
Schrijven deed
Dros altijd al graag, brieven en opstellen, maar ze tekende ook, speelde toneel
en vertelde verhalen aan haar broers en zusjes. Toen ze wat ouder begon te
worden, ging Dros op verzoek van haar oudtante schrijven voor de kinderpagina
van Het Utrechtsch Nieuwsblad.
Tijdens haar studententijd ging ze daarmee door, echter niet voor Het Utrechtsch Nieuwsblad, maar voor Het Vrije Volk. In 1971 debuteerde ze met Het paard Rudolf, sindsdien heeft ze een
grote variëteit aan boeken voor jongeren op haar naam staan: dierenverhalen,
verhalen voor peuters en kleuters, verhalen voor oudere kinderen, herschreven
mythen en toneelteksten. Haar complete oeuvre telt een ruime zestig werken. In
2003 ontving ze de eervolle Theo Thijssenprijs hiervoor. Een aantal bekende
boeken naast haar debuut zijn: De
trimbaan (1994), De reizen van de
slimme man (1988), Roosje kreeg een ballon (1989), De o van opa (1990), Ik wil die! (1991), De blauwe stoel, de ruziestoel (1993), Odysseus : een man van verhalen (1994), Morgen ga ik naar China (1995),
Dit is het huis bij de kromme boom(1997), Ilios : het verhaal van de Trojaanse oorlog (1999). Deze
boeken hebben overigens allemaal een keer de Zilvere Griffel gewonnen. De
Woutertje Pieterse ontving Dros voor de boeken Annetje Lie in het holst van de nacht (1988),en heel lief konijn (1993), Bijna
Jarig (2006). Met de bekroning van Annetje
Lie in het holst van de nacht werd de standaard voor de prijs gezet. Het is
een raadselachtige verhaal met zijn rijkdom aan mooi taalgebruik, liedjes en
geschiedenis. Doordat zich langs de bovenkant van de pagina’s nauwkeurig
getekende plaatjes als een filmstrip ontrollen en Dros tegelijkertijd het
verhaal weergeeft in poëtische zinnen, geeft dit als resultaat een
prijzenswaardig verhaal.
Haar obsessie
voor de taal heeft Dros helemaal kunnen uitbuiten in het vertalen van de Odyssee. Vertalen is volgens Dros
slijpen, net zoals schrijven: ‘Het gaat om het juiste woord op de juiste
plaats. Ik hoorde de violist Isaac Stern op de televisie betogen dat er geen
enkele noot onbelangrijk is. Zo is het met woorden ook. Het zoeken naar het
precies passende woord, dat is geweldig.’. Het vertalen van de Odyssee was dan
wel een hele klus, maar Dros vond het meer dan de moeite waard: ‘Ik heb het
gevoel dat ik pas echt iemand ben sinds die vertaling. Op de een of andere
manier heb ik ermee bewezen dat ik kinderboeken schrijf omdat ik dat wil en
niet omdat ik niet anders kan.’
Wie het werk
van Imme Dros ziet krijgt de indruk van een productief en gedreven
schrijverschap. Kenmerkend voor alles wat ze schrijft is de nauwkeurigheid
waarmee ze haar verhalen tot stand brengt, de mooie krachtige dialogen en de
poëtische landschapsbeschrijvingen. Dit alles maakt haar dan ook een schrijfster
die niet snel vergeten zal worden: een vrouw van verhalen.