donderdag 6 februari 2014

Balansverslag


1.      Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Eigenlijk zijn er geen boeken geweest die ik voor mijn lijst heb gelezen die mij niet aanspraken, maar het boek dat mij relatief het meeste aansprak is De Ontdekking van de Hemel, van Harry Mulisch. Het sprak mij heel erg aan omdat het me echt aan het denken heeft gezet over bepaalde dingen. Het boek is een echte totaalroman: er zit erg veel in, er wordt aan heel veel gerefereerd. Zowel informatie over geschiedenis als filosofie als muziek komt in overvloed in het verhaal voor. Een heel aantal keer had ik de neiging dingen te gaan opzoeken, omdat ik wilde weten waaraan gerefereerd werd. Ook had ik vaak juist het tegenovergestelde, en overviel me de gedachte: ‘ja, hier weet ik wat over’, bijvoorbeeld wanneer er aan Descartes gerefereerd werd, waar ik toevallig wat van weet omdat ik het vak filosofie heb.  Het is dan ook absoluut een boek dat ik nog een keer ga lezen, over een paar jaar, wanneer ik (hopelijk) meer kennis heb opgedaan. Want ik ben ervan overtuigd dat ik dan (nog) meer uit het verhaal weet te halen.
Een heel ander boek dat mij erg heeft aangesproken is Een uur en achttien minuten, van Peter Zantingh. Ik kan me nog goed herinneren dat ik het boek in één keer achterelkaar heb uitgelezen. Het verhaal vond ik erg mooi, het verhaal beschrijft de week waarin een groep vrienden zich herenigen nadat één jongen van die groep zelfmoord heeft gepleegd. Het verhaal is erg mooi geschreven, met korte maar krachtige zinnen. Zantingh wist mij echt 200 pagina’s lang in zijn greep te houden met dit verhaal, het verhaal raakte mij, oprecht. Als een boek zoiets met je kan doen, dan is het geslaagd. Ik keek er dan ook niet van op dat Een uur en achttien minuten op de shortlist van 2012 belandde voor de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs.    

2.      Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Ik moet eerlijk zeggen dat ik aantal literatuurlessen niet erg belangrijk heb gevonden, puur omdat ik de informatie die we daar kregen al wist. Aangezien ik ook kunstalgemeen heb en geschiedenis en filosofie, waren bijvoorbeeld de lessen over de kenmerken van de Romantiek vrij overbodig voor mij. Maar bijvoorbeeld de lessen over de Middeleeuwen vond ik wel leuk en ook interessant, zeker met de hoorcolleges van Herman Pleij. De literatuurlessen die ik het belangrijkst en ook het leukst vond waren de lessen over de Max Havelaar. Ik vind het erg goed dat we daar lessen aan besteed hebben, zonder die lessen was het verhaal een stuk minder duidelijk geweest. Ook denk ik dat ik zonder context over de Max Havelaar het boek minder goed doorgekomen zou zijn.

3.      Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Het lezen van boeken op zich, hebben mij absoluut geen weerstand opgeroepen. Geen enkel boek vond ik vreselijk of heel erg saai. Wat wel een klein beetje weerstand heeft opgeroepen is de verplichting van het lezen. Ik lees graag iets ‘uit vrije wil’. Als ik iets lees omdat ik het moet lezen, gaat mij dat vaak moeizamer af, ben ik achtergekomen. De gedachte dat ik iets doe uit verplichting irriteert mij simpelweg, ik wil namelijk niet goede boeken lezen omdat ik het moet lezen, ik wil boeken lezen omdat ik ze wil lezen. Dit betekent niet dat ik het vreselijk vond om verplicht boeken te lezen, ik vond slechts de reden die eraan gekoppeld zat (namelijk ‘omdat het moet’) vreselijk. Vaak besloot ik dan ook wanneer er weer een deadline naderde en ik het boek nog niet gelezen had, gewoon een heel ander boek te gaan lezen, niet dat boek dat ik op mijn lijst wilde hebben voor de naderende deadline, maar gewoon een boek dat ik al een tijdje wilde lezen (waardoor ik uiteindelijk dan nog minder tijd overhield voor het lezen van het boek voor de naderende deadline). Dit deed ik puur omdat ik de gedachte vreselijk vond dat ik iets dat ik niet erg vond om te doen, opeens verplicht was te doen.  

4.      Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet het gevoel heb dat ik anders naar literatuur ben gaan kijken. Ik heb mijzelf natuurlijk in de afgelopen paar jaar ontwikkeld. Ik kan nu denk ik ‘moeilijkere’ boeken aan dan vier jaar geleden, omdat ik kennis heb opgedaan in de afgelopen paar jaar. Zo zou ik bijvoorbeeld wanneer ik in de vierde De Ontdekking van de Hemel had gelezen, er véél minder uit hebben gehaald, puur omdat het context vereist die ik toen nog niet had. Verder hield ik vier jaar geleden al van ‘een goed diepgaand verhaal’, en in dat opzicht ben ik niets veranderd. Verder staat er in mijn leesautobiografie dat ik het snelst een avonturenroman uit de kast zou pakken, maar dat is niet helemaal meer waar. Ik houd nog steeds van spannende avonturenverhalen, maar ik ben ook erg gaan houden van verhalen waar een (filosofisch) idee achter zit.
   
5.      Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Met mijn blog ben ik redelijk tevreden. Als ik terugkijk op mijn werkproces, besef ik mij wel dat daaraan geschaafd kan worden. Ik ben namelijk erg van het deadlinewerken, en dat levert niet altijd het beste resultaat, schijnt. Gelukkig zie ik dat niet heel erg terug in mijn blog. Ik zie wel goed aan mijn blog dat ik harder werk voor de dingen die ik leuker vind. Zo heb ik relatief - volgens mij, het is al wel lang geleden- veel tijd gestoken in het schrijven van een recensie over De Aanslag, wat ik leuk vind om te doen. Een ‘algemeen verslag’ spreekt mij simpelweg minder aan omdat ik het iets te ‘algemeen’ vind, ik doe graag iets extra’s met het boek, zoals het schrijven van een recensie of het maken van een schrijverspaspoort. Dit betekent echter niet dat ik de algemene verslagen vreselijk vond om te maken, maar ik vond het wel relatief minder leuk.
 
6.      Welke plaats denk je de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Literatuur zal in het vervolg van mijn leven belangrijk zijn, simpelweg omdat goede boeken iets met je doen: ze maken je aan het lachen of aan het huilen, ze zorgen voor herkenning of nieuwe inzichten en ze geven je de kans de werkelijkheid te ontvluchten. Ik heb altijd behoefte aan inspiratie, en aangezien goede boeken inspireren, zullen ze onderdeel uitmaken van mijn leven.  

7.      Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Allereerst lijkt het mij handig als er met de andere talendocenten afgestemd wordt wanneer welke stroming besproken zal worden. Daarmee kan je voorkomen dat onderwerpen te veel overlappen, wat naar mijn idee nogal vaak is gebeurd en de lessen af en toe saai heeft gemaakt. Ook denk ik dat literatuurdocenten echt hun best moeten doen om leerlingen enthousiast te maken voor literatuur. Want het is een feit dat er steeds minder gelezen wordt, voornamelijk door de opkomst van de smartphones en tablets en dergelijke. Deze apparaten vormen logischerwijs een constante afleiding. Maar het is niet zo dat leerlingen nu opeens niet meer geïnteresseerd zijn in verhalen, want iedereen houdt van verhalen. En ik denk dat het nu meer dan ooit tevoren maar net van de aanpak van de docent afhangt of jongeren boeken zullen lezen. Verder heb ik eigenlijk niet veel aan te merken op de literatuurlessen. Ja, ik vind het jammer dat ik dingen die ik leuk vind om te doen opeens moest doen, maar daaraan valt niet veel te veranderen denk ik en het zal ook wel aan mij liggen.


woensdag 5 februari 2014

De Ontdekking van de Hemel


Algemene informatie

a.       Geef de standaardtitelbeschrijving:
Ateur, titel
Harry Mulish, De ontdekking van de Hemel
Plaats van uitgave, jaar van uitgave, druk
Amsterdam, 1997, 1992
Aantal pagina’s
900

b.      Genre
De Ontdekking van de Hemel is een Roman.
Het is lastig om De Ontdekking van de Hemel specifiek in te delen: er zit heel veel in het verhaal; het omvat heel veel verschillende genres. Het is eigenlijk zowel een psychologische roman als een filosofische roman als een avonturenroman als een historische roman als een ontwikkelingsroman. De Ontdekking van de Hemel wordt daarom ook wel een totaalroman genoemd[1].
c.       Samenvatting
Het was erg lastig een geschikte samenvatting voor dit boek te vinden. Veel samenvattingen waren namelijk vaak veel te kort, en deden daarmee geen recht aan het boek. Andere samenvattingen waren weer véél te lang, en 15 pagina’s samenvatting vond ik net iets te veel van het goede. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een samenvatting van Wikipedia, die als een van de enige gemiddeld is qua lengte. Daarnaast is het een samenvatting die, naar mijn mening, de essentie van het verhaal goed weet weer te geven. De samenvatting: 

Het kader
De ontdekking van de hemel is een raamvertelling. In het kader vindt een dialoog plaats tussen twee engelen: een hoger en een lager geplaatste. Deze dialoog treft de lezer aan in de proloog, de drie intermezzo's en de epiloog van de roman. De Chef (God) wil een afgevaardigde in de gedaante van een mens op aarde het testimonium laten terughalen. Om de juiste persoon te creëren is een mens nodig met een perfecte DNA-samenstelling om de missie succesvol te laten verlopen.
Om de juiste grootouders aan vaders zijde bij elkaar te brengen, is het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onvermijdelijk, aldus de laagst geplaatste engel. Max Delius, de vader van de afgevaardigde, heeft een Joodse moeder en Oostenrijkse vader die in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers werkt. De moeder van de afgevaardigde heeft Nederlandse grootouders die elkaar treffen tijdens een bombardement dat in Leiden plaatsvindt tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het verhaal
De geschiedenis die engel vertelt in de dialoog gaat terug naar het begin van de twintigste eeuw, wat betreft het terughalen en de voorbereidingen hiervoor van de decaloog. In de dialoog wordt het een en ander samengevat. Het verhaal dat uitgebreid verteld wordt, begint in 1985 en het behelst met 65 hoofdstukken het grootste gedeelte van de roman. Het begint met een familiefeest in Den Haag, waar en sfeer hangt van onenigheid. Mede naar aanleiding van de sfeer wil Onno Quist naar huis, Amsterdam, liften. Onno krijgt een lift van Max Delius. Onno is filoloog en Max is sterrenkundige. De familie Quist is een conservatieve familie en Max is een man met snel wisselende bedpartners, een wetenschapper en een atheïst. Van familie is bij nauwelijks sprake meer, nadat deze in de Tweede Wereldoorlog grotendeels is omgekomen in Auschwitz of door andere omstandigheden in die periode. Max is dus bepaald een tegenstelling tot Onno's familie. Onno en Max ontmoeten later Ada Brons, een celliste met wie Max een intieme relatie krijgt. Samen met haar muzikale partner Bruno treedt zij op en repeteert ze. Onno, Max en Ada hebben veel contact en een intieme band met elkaar, hetzij vriendschappelijk dan wel op amoureus gebied. De relatie tussen Max en Ada is serieus en vormt als het ware voor Max op bepaalde vlakken een breuk met zijn eerdere levenshouding en -verloop. De relatie wordt verbroken door Ada, vlak nadat Max met de zin „maak jezelf maar klaar” een vrijage afbreekt.
Max gaat op datzelfde moment actief op zoek naar zijn familiegeschiedenis. Met Onno, die hem ophaalt als hij de vrijage met Ada abrupt beëindigt, bezoekt hij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en hij gaat alleen op reis naar Duitsland en Polen. Tussen Ada en Onno ontstaat in die periode een liefdesrelatie, maar de vriendschap tussen Onno en Max blijft desondanks volledig intact. Als kort daarop Ada moet spelen in Cuba gaan Max en Onno met haar mee. In de laatste nacht van hun verblijf daar, gaan zowel Onno als Ada, een stel nu, vreemd. Ada bedrijft met Max de liefde als zij aan het strand zijn. Onno deelt elders met een andere vrouw het bed. In het intermezzo dat volgt wordt duidelijk dat de afgevaardigde aan het strand door Max bij Ada verwekt wordt.

Max, Onno en Ada weten geen van allen wie de vader is van Ada's kind als blijkt dat ze zwanger is. Onno weet niet beter dan dat het van hem is en hij trouwt met Ada in Amsterdam. Na vijf maanden krijgt Ada echter een auto-ongeluk waardoor ze in coma raakt. Onno, zijn schoonmoeder Sophia Brons en Max besluiten samen dat het kind door Max en Sophia opgevoed zal worden. Max heeft intussen in Westerbork een nieuwe aanstelling verkregen en de drie gaan wonen op Groot Rechteren, een kasteel dat daar in de omgeving ligt. Het kind dat geboren wordt heet Quinten Quist, waarvan Ada tijdens haar coma bevalt met een keizersnede. Quinten is een wat vreemde jongen in de ogen van zijn medebewoners op Groot Rechteren. Waar hij pas laat kan praten, kan hij dat dan vervolgens gelijk ook vele malen beter dan leeftijdsgenoten. Zijn interesse ligt al vroeg bij architectuur en andere onderwerpen die niet voor de hand liggen gezien zijn leeftijd.
De levens van Onno, Max en Quinten nemen allerlei wendingen. Max en Sophia hebben een goed functionerende, maar toch een redelijk zakelijke relatie. 's Nachts delen ze echter met regelmaat het bed, als Sophia de slaapkamer van Max insluipt. Onno's krijgt een nieuwe vriendin, Helga. Zijn nieuwe partner overlijdt echter door grof geweld en nadat ook zijn politieke en wetenschappelijke carrière zijn stukgelopen vertrekt hij naar een onbekende bestemming. Politiek gezien is hij geen kandidaat meer als men ontdekt dat hij in Cuba overlegvormen met betrekking tot de gewapende strijd heeft bijgewoond onder het bewind van Fidel Castro. Ook zijn oude beroep, dat van filoloog, biedt hem geen bevrediging meer nadat hij niet in staat is gebleken de Schijf van Phaistos te vertalen. In dezelfde periode komt ook Max' leven ten einde als hij tijdens zijn werk wordt getroffen door een meteoriet.

Quinten probeert tijdens zijn puberteit zijn vader, Onno, te traceren. Hij vertrekt daarvoor naar Italië, mede geïnspireerd door dromen van een burcht die in hem de interesse voor architectuur hebben gewekt. Op het plein voor het Roomse Pantheon vindt hij zijn vader terug. Quinten raakt na veel denken en gesprekken met Onno overtuigd van de aanwezigheid van de decaloog in het Sancta Sanctorum in Rome. Als tijdens de sede vacante de vicaris-generaal van het Bisdom Rome uit zou zijn gevallen kunnen de pauselijke geheimen niet worden overgedragen. Dit zou zijn gebeurd toen het Lateraans Paleis eeuwen geleden de pauselijke hoofdresidentie was. Hoewel Onno dit niet gelooft, breken ze samen in en ze vinden daadwerkelijk de Stenen Tafelen. Onno verliest echter in alle opwinding zijn wandelstok, iets dat zijn aanwezigheid ter plaatse kan verraden. Samen vluchten ze naar Israël.
Als Onno in Israël op een terras een vrouw ziet, die op haar arm het kampnummer getatoeëerd heeft staan van Max' moeder, realiseert hij zich dat Quinten mogelijk zijn zoon niet is. Quinten en de vrouw vertonen uiterlijk namelijk opvallende overeenkomsten. Max' moeder zou in Auschwitz omgebracht zijn, maar de tatoeage doet hem anders vermoeden.
Quinten zelf ziet intussen zijn omgeving veranderen in de Burcht uit zijn droom. Naar binnengelopen met de Stenen Tafelen treft hij zijn moeder Ada aan. Als Onno ontdekt dat Quinten met de Stenen Tafelen weg is, belt hij Sophia, die hem vertelt dat Ada gecremeerd is na geëuthanaseerd te zijn. Dat laatste is op exact hetzelfde moment gebeurd als waarop hij en Quinten de decaloog stalen. Bij het horen van dit alles krijgt Onno een nieuwe hersenbloeding en wordt vermoedelijk door Sophia opgehaalt in Jeruzalem[2].

Verwachtingen

Ik heb altijd al De Ontdekking van de Hemel willen lezen. Ik was er simpelweg erg benieuwd naar omdat er door velen met zeer veel lof over gesproken wordt. Daarnaast staat het bij mij thuis in de boekenkast, en leek het mij wel een uitdaging om dat boek nou eindelijk uit de kast te plukken.  Aangezien het wordt gezien als een van de beste boeken van de Nederlandse taal (Door NRC uitgeroepen totBeste Nederlandstalige Boek Aller Tijden’), waren de verwachtingen hoog. Ook waren de verwachtingen hoog omdat ik al eerder een boek van Mulisch heb gelezen dat ik mooi vond.

Thema

Het thema kan eigenlijk al uit de titel van het boek gehaald worden: De ontdekking van de Hemel. Er zijn zoveel ontwikkelingen in de wetenschap en de techniek voorgevallen, de mens kan inmiddels bijna alles zelf, ze staan als het ware op het punt de hemel te ontdekken (Max bestudeerd als sterrenkundige dan ook het heelal). God heeft daarom besloten dat er ingegrepen moet worden, hij wil niets meer met zo’n gerationaliseerde wereld te maken hebben waar alles draait om macht en rendement. Daarom besloot God dat het testimonium teruggebracht moet worden, als teken dat het ‘verbond’ tussen hemel en mensheid wordt opgezegd.

Motieven


-        Vernietiging
Een motief dat veel terugkomt in het verhaal is vernietiging. Voorbeelden daarvan zijn: De wereldoorlogen, de dood van Ada (wat kwam door een auto-ongeluk), de dood van Max (getroffen door een meteoriet), het einde van Onno’s carrière en het verlies van Quinten als zoon (Quinten bleek de zoon van Max te zijn). Dit zijn een aantal voorbeelden van het motief vernietiging, maar er zijn er uiteraard nog meer te verzinnen.
-        Vriendschap
Vriendschap is eveneens een terugkerend motief. De vriendschap tussen Onno en Max: zij voelden zich beiden niet begrepen, totdat ze elkaar ontmoetten. Toen ze elkaar aan het begin van het verhaal ontmoetten, voelden ze meteen dat ze vrienden zouden worden. Deze vriendschap speelt in heel het boek een belangrijke rol.
-        Wetenschap en religie
Wetenschap en religie is ook iets dat een zeer belangrijke rol speelt in De Ontdekking van de Hemel. Wetenschap wordt in het gesprek tussen de engelen als motief aangehaald: de mens heeft zich met DNA-onderzoek zich de ‘scheppende kracht’ toegeëigend, scheppingskracht die in eerste instantie alleen aan God was weggelegd. Deze wetenschap en technologie zorgt er ook voor dat Quinten geboren kan worden, hij wordt namelijk geboren via een keizersnede. Ook zorgt de wetenschap voor vernietiging, in de vorm van Auschwitz (bijvoorbeeld).
-        ‘Het midden van
De burcht is een gebouw waar Quinten telkens van droomt. In die dromen loopt Quiten door de Burcht, en komt hij telkens in de buurt van ‘het midden van het midden’, wat naar het testimonium bleek te verwijzen. Ook komt ‘het midden’ bijvoorbeeld terug als Max zijn familiegeschiedenis gaat achterhalen en naar Auschwitz gaat.
-        Het lot
In principe wordt in het verhaal ingegrepen door de engelen. De personages weten dit echter niet en verklaren gebeurtenissen door het toeval. Dit verklaren van gebeurtenissen door toeval komt meerdere malen in het boek terug. (Zie voor een citaat over het toeval mijn beoordeling over de schrijfstijl.)
Het toeval: Dit staat in het boek eigenlijk voor het ingrijpen van de engelen, maar de personages verklaren de gebeurtenissen door het toeval. Dit is een zeer belangrijk motief, omdat de belangrijkste gebeurtenissen hierdoor verklaard worden. Onder andere de uitnodiging voor Ada om naar Cuba te gaan (daar wordt Quinten verwekt), de storm en het omvallen van de boom, wanneer Ada naar Leiden moet, de meteoriet die Max trof en de ontmoeting tussen Onno en Quinten in Rome.
-        Muziek
Tot slot is ‘muziek’ nog een terugkerend element in het verhaal. Ada bijvoorbeeld is een celliste, Quintens naam is afgeleid van ‘de quint’, een muziekterm, en Quinten bedenkt dat hij een opdracht moet vervullen als hij een octaaf speelt op Ada’s (zijn moeders) cello.

Beoordeling

  • Schrijfstijl
Mulisch schrijfstijl is erg vlot en concreet, de zinnen zijn allemaal niet erg ingewikkeld. De concreetheid en vlotheid blijkt naar mijn mening wel uit het volgende citaat:
-        ‘Foei, dat was op het nippertje.
-        Zegt u dat wel. Het probleem met mensen is dat we ze wel kunnen dringen, maar niet dwingen. Het kost ons weinig moeite om bij voorbeeld iemand op te laten staan en even door zijn kamer te laten ijsberen, of om hem te laten uitglijden zodat hij zijn nek breekt, maar om iemand iets te laten doen dat tegen zijn gevoelens ingaat, is minder eenvoudig. Mensen zijn geen marionetten, ze hebben ook hun eigen wil; eer je het weet, zijn ze je ontglipt. Neem die ontmoeting van Max en Onno.
-        Die heb jij geregeld?
-        Wie anders?
-        Het had ook toeval kunnen zijn.
-        Natuurlijk, maar dat was het niet.’ (pagina 241)
De bovenstaande dialoog is eigenlijk zeer eenvoudig weergegeven, en daardoor ook erg vlot te lezen. Het boek staat vol van zulk soort vlotte dialogen.
  • Inhoud
Vertelperspectief
Het vertelperspectief is in de derde persoon enkelvoud: dan weer is het verhaal bekeken in de ogen van Max, dan weer in die van Onno. Op de intermezzo’s na, daar is het verhaal geschreven vanuit de uitvoerende engel. Doordat Mulisch niet alles vanuit één personage schrijft, blijft het verhaal levendig.
Personages
Ik zal de belangrijkste personages bespreken:
Onno Quist 
Onno is een taalkundige, ook al heeft hij rechten gestudeerd. Later in het verhaal gaat hij echter ook nog de politiek in. Hij raakt al vrij snel bevriend met Max en krijgt later een relatie met Ada, die eerder een relatie met Max heeft gehad.
Het schijnt dat Mulisch is geïnspireerd door zijn vriend Hein Donner, die veel weg heeft van de personage Onno Quist[3].  
Max Delius
Max is zoon van een Oostenrijkse oorlogsmisdadiger en een Joodse vrouw, die door zijn vader is vergast. Max is sterrenkundige. Verder lijkt hij qua uiterlijk niets op Onno: Max is klein en tegelijkertijd atletisch gebouwd, in tegenstelling tot Onno, die erg lomp en groot is.
Mulisch zelf had ook een Joodse moeder en een pro-Duitse vader tijdens de WOII. In die zin doet Max daarom denken aan Mulisch zelf[4]
Quinten Quist 
Quinten is degene met de opdracht het testimonium terug te brengen. De naam Quinten is te zien als meervoud van de Quint. Dat is (waarschijnlijk) opzettelijk gedaan, aangezien ‘quint’ Latijn is voor ‘vijf’ en meervoud dus zou doelen op het dubbele, ‘tien’, wat ook terugkomt in het decaloog: de Tien Geboden.   Quinten is de zoon van Max en Ada.
Ada Brons
Ada is een celliste, die een relatie krijgt met Max (en later ook met Onno), en de moeder is van Quinten.  

Eindoordeel

De Ontdekking van de Hemel  heeft een indruk op mij gemaakt die ik niet snel zal vergeten. Er zit simpelweg zó veel in het verhaal, er wordt naar zó veel verwezen. Ook allemaal naar zaken die ik de afgelopen paar jaar heb geleerd op school (zaken betreffende filosofie, geschiedenis, klassieke oudheid, literatuur, etc.), wat erg ook leuk maakt om het te lezen. Er wordt ook aan veel zaken gerefereerd die mij niet veel zeggen. Daarom heb ik besloten om het boek vijf jaar later nog een keer te gaan lezen, om te kijken of er meer uit kan halen, wat zeker het geval zal zijn. Ik verbaas me enorm over Mulisch kennis, en het feit dat hij zo veel kennis in het boek heeft kunnen stoppen.
Maar naast het feit dat ik het erg bijzonder vind dat er aan heel veel dingen gerefereerd wordt in het boek, vind ik het verhaal zelf ook erg mooi, met het filosofische idee dat erachter zit. Het is absoluut een boek waarover je kan blijven nadenken, het heeft me aan het denken gezet. En dat is absoluut iets dat ik fantastisch vind: als een boek me aan het denken kan zetten. Zeker het motief noodlot heeft me meerdere malen aan het denken gezet, met simpele dialogen zoals deze:
‘‘Je gaat toch niet echt in de politiek, Onno?’ vroeg Max, terwijl zij opweg waren naar de bijeenkomst.
                Onzeker keek Onno hem aan.
                ‘Zou het mijn noodlot zijn?’
                ‘Noodlot? Dat bepaal je toch zelf?’
                ‘Denk je?’’ (pagina 104)
Zulk soort dialogen zetten mij aan het denken, zeker ook omdat het eindexamen onderwerp van filosofie ‘vrije wil’ is, en ik er daarom gelijk allerlei ideeën aan kan koppelen.
Al met al is De Ontdekking van de Hemel een boek dat veel indruk op mij heeft gemaakt, en een boek dat ik nog meerdere malen ga lezen: het is een uitzonderlijk goed, mooi en compleet verhaal.



Lijst van gebruikte bronnen