donderdag 6 februari 2014

Balansverslag


1.      Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Eigenlijk zijn er geen boeken geweest die ik voor mijn lijst heb gelezen die mij niet aanspraken, maar het boek dat mij relatief het meeste aansprak is De Ontdekking van de Hemel, van Harry Mulisch. Het sprak mij heel erg aan omdat het me echt aan het denken heeft gezet over bepaalde dingen. Het boek is een echte totaalroman: er zit erg veel in, er wordt aan heel veel gerefereerd. Zowel informatie over geschiedenis als filosofie als muziek komt in overvloed in het verhaal voor. Een heel aantal keer had ik de neiging dingen te gaan opzoeken, omdat ik wilde weten waaraan gerefereerd werd. Ook had ik vaak juist het tegenovergestelde, en overviel me de gedachte: ‘ja, hier weet ik wat over’, bijvoorbeeld wanneer er aan Descartes gerefereerd werd, waar ik toevallig wat van weet omdat ik het vak filosofie heb.  Het is dan ook absoluut een boek dat ik nog een keer ga lezen, over een paar jaar, wanneer ik (hopelijk) meer kennis heb opgedaan. Want ik ben ervan overtuigd dat ik dan (nog) meer uit het verhaal weet te halen.
Een heel ander boek dat mij erg heeft aangesproken is Een uur en achttien minuten, van Peter Zantingh. Ik kan me nog goed herinneren dat ik het boek in één keer achterelkaar heb uitgelezen. Het verhaal vond ik erg mooi, het verhaal beschrijft de week waarin een groep vrienden zich herenigen nadat één jongen van die groep zelfmoord heeft gepleegd. Het verhaal is erg mooi geschreven, met korte maar krachtige zinnen. Zantingh wist mij echt 200 pagina’s lang in zijn greep te houden met dit verhaal, het verhaal raakte mij, oprecht. Als een boek zoiets met je kan doen, dan is het geslaagd. Ik keek er dan ook niet van op dat Een uur en achttien minuten op de shortlist van 2012 belandde voor de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs.    

2.      Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen? 
Ik moet eerlijk zeggen dat ik aantal literatuurlessen niet erg belangrijk heb gevonden, puur omdat ik de informatie die we daar kregen al wist. Aangezien ik ook kunstalgemeen heb en geschiedenis en filosofie, waren bijvoorbeeld de lessen over de kenmerken van de Romantiek vrij overbodig voor mij. Maar bijvoorbeeld de lessen over de Middeleeuwen vond ik wel leuk en ook interessant, zeker met de hoorcolleges van Herman Pleij. De literatuurlessen die ik het belangrijkst en ook het leukst vond waren de lessen over de Max Havelaar. Ik vind het erg goed dat we daar lessen aan besteed hebben, zonder die lessen was het verhaal een stuk minder duidelijk geweest. Ook denk ik dat ik zonder context over de Max Havelaar het boek minder goed doorgekomen zou zijn.

3.      Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Het lezen van boeken op zich, hebben mij absoluut geen weerstand opgeroepen. Geen enkel boek vond ik vreselijk of heel erg saai. Wat wel een klein beetje weerstand heeft opgeroepen is de verplichting van het lezen. Ik lees graag iets ‘uit vrije wil’. Als ik iets lees omdat ik het moet lezen, gaat mij dat vaak moeizamer af, ben ik achtergekomen. De gedachte dat ik iets doe uit verplichting irriteert mij simpelweg, ik wil namelijk niet goede boeken lezen omdat ik het moet lezen, ik wil boeken lezen omdat ik ze wil lezen. Dit betekent niet dat ik het vreselijk vond om verplicht boeken te lezen, ik vond slechts de reden die eraan gekoppeld zat (namelijk ‘omdat het moet’) vreselijk. Vaak besloot ik dan ook wanneer er weer een deadline naderde en ik het boek nog niet gelezen had, gewoon een heel ander boek te gaan lezen, niet dat boek dat ik op mijn lijst wilde hebben voor de naderende deadline, maar gewoon een boek dat ik al een tijdje wilde lezen (waardoor ik uiteindelijk dan nog minder tijd overhield voor het lezen van het boek voor de naderende deadline). Dit deed ik puur omdat ik de gedachte vreselijk vond dat ik iets dat ik niet erg vond om te doen, opeens verplicht was te doen.  

4.      Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet het gevoel heb dat ik anders naar literatuur ben gaan kijken. Ik heb mijzelf natuurlijk in de afgelopen paar jaar ontwikkeld. Ik kan nu denk ik ‘moeilijkere’ boeken aan dan vier jaar geleden, omdat ik kennis heb opgedaan in de afgelopen paar jaar. Zo zou ik bijvoorbeeld wanneer ik in de vierde De Ontdekking van de Hemel had gelezen, er véél minder uit hebben gehaald, puur omdat het context vereist die ik toen nog niet had. Verder hield ik vier jaar geleden al van ‘een goed diepgaand verhaal’, en in dat opzicht ben ik niets veranderd. Verder staat er in mijn leesautobiografie dat ik het snelst een avonturenroman uit de kast zou pakken, maar dat is niet helemaal meer waar. Ik houd nog steeds van spannende avonturenverhalen, maar ik ben ook erg gaan houden van verhalen waar een (filosofisch) idee achter zit.
   
5.      Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Met mijn blog ben ik redelijk tevreden. Als ik terugkijk op mijn werkproces, besef ik mij wel dat daaraan geschaafd kan worden. Ik ben namelijk erg van het deadlinewerken, en dat levert niet altijd het beste resultaat, schijnt. Gelukkig zie ik dat niet heel erg terug in mijn blog. Ik zie wel goed aan mijn blog dat ik harder werk voor de dingen die ik leuker vind. Zo heb ik relatief - volgens mij, het is al wel lang geleden- veel tijd gestoken in het schrijven van een recensie over De Aanslag, wat ik leuk vind om te doen. Een ‘algemeen verslag’ spreekt mij simpelweg minder aan omdat ik het iets te ‘algemeen’ vind, ik doe graag iets extra’s met het boek, zoals het schrijven van een recensie of het maken van een schrijverspaspoort. Dit betekent echter niet dat ik de algemene verslagen vreselijk vond om te maken, maar ik vond het wel relatief minder leuk.
 
6.      Welke plaats denk je de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Literatuur zal in het vervolg van mijn leven belangrijk zijn, simpelweg omdat goede boeken iets met je doen: ze maken je aan het lachen of aan het huilen, ze zorgen voor herkenning of nieuwe inzichten en ze geven je de kans de werkelijkheid te ontvluchten. Ik heb altijd behoefte aan inspiratie, en aangezien goede boeken inspireren, zullen ze onderdeel uitmaken van mijn leven.  

7.      Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Allereerst lijkt het mij handig als er met de andere talendocenten afgestemd wordt wanneer welke stroming besproken zal worden. Daarmee kan je voorkomen dat onderwerpen te veel overlappen, wat naar mijn idee nogal vaak is gebeurd en de lessen af en toe saai heeft gemaakt. Ook denk ik dat literatuurdocenten echt hun best moeten doen om leerlingen enthousiast te maken voor literatuur. Want het is een feit dat er steeds minder gelezen wordt, voornamelijk door de opkomst van de smartphones en tablets en dergelijke. Deze apparaten vormen logischerwijs een constante afleiding. Maar het is niet zo dat leerlingen nu opeens niet meer geïnteresseerd zijn in verhalen, want iedereen houdt van verhalen. En ik denk dat het nu meer dan ooit tevoren maar net van de aanpak van de docent afhangt of jongeren boeken zullen lezen. Verder heb ik eigenlijk niet veel aan te merken op de literatuurlessen. Ja, ik vind het jammer dat ik dingen die ik leuk vind om te doen opeens moest doen, maar daaraan valt niet veel te veranderen denk ik en het zal ook wel aan mij liggen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten